Your basket is currently empty!
EEN PET VOOR STEVE
Lieve Janssens komt met 12 deelnemers van Open School Mechelen tweewekelijks samen om Samen te Lezen. Onderstaand verslag vertrekt vanuit de lectuur van Een pet voor Steve, een kortverhaal van Morley Callaghan dat we uitproberen voor het volgende boek dat we samen met Fintro en uitgever Vrijdag realiseren tegen 2020. Met de steun van Fintro werd Lieve in 2017 opgeleid door het Lezerscollectief.
“Dat kind moest van zijn papa meewerken, maar zoals alle kinderen wou hij liever spelen.” “Ja, begrijpelijk toch, hij wil zijn zoals de andere kinderen.”
Met deze opmerking komt het vertelsalon in Open School bij een eerste pauze meteen goed op gang. Een twaalftal cursisten lezen al een aantal maanden samen. We zijn goed opgewarmd, de cursisten hebben niet veel nodig om met elkaar in gesprek te gaan; koffie en koekjes volstaan.
De vraag of dit “moeten werken onrechtvaardig” is, komt al snel bovendrijven.
Stuk voor stuk hebben de deelnemers zulke situaties meegemaakt; op het veld werken, poetsen bij de grootouders, een halve vakantiedag werken en een halve dag vrij. C vertelt hoe ze geen waardering kreeg voor haar poetswerk. Erger nog, haar “bomma zat dag in dag uit in haar zetel te staren, maar na de poetsbeurt stond ze op, ging met haar vinger over de plinten,… en altijd had ze wel iets op te merken”. M was liever een jongen geweest, want de jongens waren vrij om te doen wat ze wilden. Ze moesten niet poetsen en op het veld werken. En toch, hebben ze er niets aan over gehouden, daar zijn ze het over eens. “De jeugd nu is veeleer lui, ze mogen soms te veel”.
Bij een volgende pauze valt het op hoe de cursisten worstelen met het beeld van de vader. “Waarom steunt hij zijn zoon niet?” “Dit moet je toch doen als ouder!” “Misschien had hij schrik dat zijn zoon naast zijn schoenen ging lopen”. K. herkent dit bij haar eigen kleinkind: “Hij is een grote prater, een opschepper maar op school bakt hij er weinig van. ‘Werken’ in de supermarkt als student zal hem deugd doen deze zomer”. Ze hoopt dat dit de jongen kan motiveren.
J. neemt zachtjes het woord. Ze vertelt dat hoe ze zelf is opgevoed, vaak nog een grote rol speelt. Ze betrapt zich erop dat ze erg streng is. “Ik kan het niet verdragen dat mijn kleinkinderen onderuitgezakt in de zetel liggen en zeker niet met een fleece erover… Ik wil er wat losser mee omgaan, maar het is moeilijk.” Cursisten beamen ‘het hervallen in oude patronen’… de gedeelde herkenning heeft iets troostends.
En het beeld van de moeder in dit verhaal? “Zij moet de kerk in het midden houden.” Stuk voor stuk herkennen de cursisten hierin zichzelf.
Bij een volgende stop komt het thema van armoede op tafel. De cursisten beschrijven de innerlijke strijd van de vader. “Er moet gewerkt en verdiend worden want ze komen amper rond”. “Zijn leven lijkt wel om geld te draaien.” “Begrijpelijk als je arm bent?” “En toch, hij laat kansen schieten om een fijne vader/zoon relatie op te bouwen… zoiets moet toch gekoesterd worden?”
Eenmaal de rijke advocaat -ook een vader- in het verhaal in beeld komt, zijn de cursisten het erover eens. “Die komt niet op de juiste manier op voor zijn zoon! ” “Hij geeft het verkeerde voorbeeld dat met geld alles te koop is” “Dave, die voor het geld zwichtte, tot inzicht komt, dit aan zijn zoon kan toegeven en uiteindelijk toch voor steun aan zijn zoon gaat, hij doet het goed.” “Hopelijk kan hij het volhouden” merkt L op.
Op het einde hoor ik de cursisten hardop zuchten. “Arm zijn werkt op je zelfvertrouwen. Dat maakt het moeilijk”. “De schuld doorschuiven naar een kind, dat mag niet gebeuren.” Ze besluiten: “Je moet je kind steunen door dik en dun ook als de dromen van je kind niet echt de jouwe zijn, maar dat is moeilijk. “
Om de zwaarte van dit verhaal te doorbreken, kies ik het gedicht “Hij rechtte zijn rug”. Vervelend, het gedicht lijkt de groep in eerste instantie niet aan te spreken. “Het gaat over een boek” wordt er opgemerkt, “dat boek heeft nogal een goed gedacht van zichzelf” merkt iemand schamper op.
Kan het ook een vergelijking zijn? Een mens die zich vergelijkt met een boek? “Ja! “klinkt er dan “onze rug rechten, dat moeten we ook doen…”
En dan plots M: “Je moet toch eerst van jezelf houden, om een ander graag te kunnen zien. Dat is toch waar he!”.
En met deze uitspraak sluiten we ons vertelsalon af. We doen een rondje en we zijn het er allen over eens. Het verhaal en ook het gedicht mogen in het nieuwe boek!
Lieve Janssens
Educatief medewerker Open School.
Je kan de groep van Lieve aan het werk zien in het volgende filmpje. Collega en opleider Mieke Coremans gaat in gesprek met Luc Keppens, ceo van Fintro, die eerder een bezoek bracht aan de leesgroep.
Leave a Reply