‘Deze leesgroep dicht de gaten van het net, waar ik anders doorheen zou vallen.’
Een samenlezer.
SAMEN LEZEN VOOR ANDERSTALIGEN IN ZEMST
Met vijven, 4 vrouwen en 1 man. Een mooie opkomst vind ik zelf. Qua niveau Nederlands redelijk aan elkaar gewaagd. Uit alle deelgemeenten van Zemst zat er iemand aan tafel. Ook verschillende continenten: Europa, Zuid-Amerika en Afrika.
We lazen ‘Een wonderlijk kerstcadeau’ door Ria van Adrichem uit boekje Mag het ietsje meer zijn en twee bijhorende gedichten: ‘Wie is wie’ van Frank Eerhart en ‘Vreemde stad’ van Toon Hermans. Daarna nog een stukje uit Rodaan Al Galidi, Hoe ik zin in het leven kreeg, uitgeverij Jurgen Maas, p.55-57.
De tekst werd goed begrepen en goed gesmaakt. Hij bracht verschillende kleine discussies op gang. O.a. over gastvrijheid in de verschillende landen. Bij het aankondigen van de gedichten, zei iemand: “Dat is grote literatuur, niets voor mij”; waarop een ander repliceerde “Een gedicht moet je voelen.”
Ook de tekst van Rodaan Al Galidi leverde heel wat gespreksstof op over tijdsbesef en over het concept tijd en afspraak t.o. een onmiddellijke noodzaak bv. iemand hulp bieden. Hoe die perceptie cultureel bepaald is.
De deelnemers waren enthousiast en wilden wel elke 14 dagen een bijeenkomst. Ook het feit dat het overdag was, was een pluspunt voor de twee jonge moeders.
(Ellen Adam)
STUDIEREIS LIVERPOOL: SAMEN LEZEN IN DETENTIE
Het Lezerscollectief organiseerde voor twee partnerorganisaties een werkbezoek aan The Reader rond het thema: Samen Lezen in detentie. Ruud Meert van VOCVO, Thomas Baeckens en Frederik Janssens van de Rode Antraciet, Dirk Terryn en Jan van den Brink reisden af naar Liverpool. Hierbij twee impressies.
Dirk en Jan bezoeken de jeugdgevangenis van Barton Moss. Ze lezen er met een groep van 6 jongens, wekelijks. De jongens komen vrijwillig lezen, ook in hun vakanties. Val Hannan is de leesbegeleidster en twee begeleiders zijn er ook bij. Een begeleider blijft in haar eigen tijd de groep bijwonen. Val heeft het kortverhaal A Cap for Steve van de Canadese schrijver Morley Callagham uitgezocht. De jongeren komen één voor één binnen, met een handdruk: er is een hartelijke sfeer. Ze kiezen een stoel, zetel of één van de zitzakken. Ze zijn tussen de 14 en 17 jaar. Val situeert het verhaal en de auteur kort en begint het hardop te lezen. Tijdens de pauzes reageren de jongens geanimeerd. Een jongen zegt stellig dat de vader de pet van Steve nooit had mogen verkopen. Een ander zegt dat rijk en arm geen rol zou moeten spelen. Weer een ander zegt dat alles een prijs heeft. Val stelt regelmatig een vraag, om door te vragen of de jongens te prikkkelen.
We zien dat het samen lezen van het verhaal voor de jongens belangrijk is. Het raakt hen. De jongens komen levenswijs over: ze weten lastige emoties raak te benoemen en ze gaan thema’s als vader-zoon verhouding niet uit de weg. Dat het wekelijks lezen hen wat lijkt te doen, is ook de ervaring van Val. Ze zegt achteraf dat onze aanwezigheid de jongens wat stiller maakt, dat er anders meer interactie is. De kracht van het samen lezen zit voor haar in de indirectheid: het verhaal biedt de jongens steeds de mogelijkheid in te haken op thema’s uit het verhaal.
Thomas en Frederik bezoeken o.a. het Stafford House, een probatiehuis, waar mensen met een persoonlijkheidsstoornis verblijven. Het is in Engeland een gangbare praktijk dat in een dergelijk huis de proeftijd wordt uitgezeten. Cat Miller is de leesbegeleider en er is een staflid bij. Cat leest het kortverhaal ‘The Birtday Cake’ van de Amerikaan Daniel Lyons. Het verhaal speelt zich af in New York. Er is enige animositeit over de aanwezigheid van Puerto Ricanen en er is de strijd over de ene verjaardagstaart en wie deze mag kopen.
What if you slept
And what if
In your sleep
You dreamed
And what if
In your dream
You went to heaven
And there plucked a strange
and beautiful flower
And what if
When you awoke
You had that flower in your hand
Ah, what then?
Samuel Taylor Coleridge
Na de sessie hebben ze een interessant gesprek met Paul Walker, de manager van het probatie-huis. Hij is bijzonder nuchter en realistisch. De politici hebben het weliswaar vooral over ‘veiligheid’ en ‘rehabilitatie’, maar hij ziet armoede als oorzaak van de criminaliteit. Zolang dit niet aangepakt wordt, verwacht hij geen wezenlijke veranderingen. Echter, hij merkt op dat medemenselijkheid voor hem van het grootste belang is. In het huis vragen ze dan ook niet ‘waar ga je naartoe?’, maar ‘hey, hoe gaat het met jou?’.
Medemenselijkheid is nu juist één van de pijlers van samen lezen. De gevangen als volwaardig mens zien, ieder de ruimte bieden op eigen wijze te reflecteren op een tekst, kan hen in ieder geval het besef van hun mens-zijn teruggeven. Dit blijft inderdaad een voortdurende zoektocht, maar het is de inzet en de ervaring van de samen lezers.
(JAN VAN DEN BRINK)
BESCHUT WONEN EN SAMEN LEZEN IN PERMEKE
De leesgroep in de bibliotheek Permeke van Antwerpen is ontstaan uit een groep bij Beschut Wonen aan de Lange Lozanastraat in Antwerpen. Nu lezen er ook anderen mee en ontmoet men elkaar eens in de twee weken op dinsdagmorgen. Dit geeft een bont gezelschap, onder de bevlogen leiding van Diederik van Woensel.
Eerst wordt het kortverhaal van de Zuid-Amerikaanse schrijfster Isabel Allende ‘Twee Woorden’ gelezen. Diederik begint te lezen en wordt afgewisseld door verschillende anderen. Het is het verhaal van Belisa Crepusculario: hoe zij diepe armoede, honger en droogte overleeft, de kracht van het woord ontdekt en hier haar brood van maakt. Het hardop lezen van de tekst geeft een eigen, directe ervaring. Regelmatig is er een pauze om stil te zijn, maar waarin ook vragen worden besproken over de achtergrond van het verhaal en welke zinnen de lezers raken. De zin ‘Belisa bleef niet stilstaan, want ze kon haar krachten niet verspillen aan medelijden’ raakt sommige lezers, want het staat voor de diepe armoede en de drang tot overleven. Maar ook de zin dat Belisa begrijpt dat ‘woorden los rondvliegen zonder eigenaar en dat iedereen die een beetje toverkracht bezit, ze kan vangen om ze te gelde te maken’ wordt genoemd.
Dan wordt het gedicht van de Vlaamse dichter Herman de Coninck (1944-1997) ‘De Plek’ gelezen. Het roept allerlei associaties op. Zo worden de tegenstellingen benoemd: bijvoorbeeld ‘niets zien’ tegenover ‘zien’, ‘blijven’ tegenover ‘veranderen’. Dit komt sterk naar voren in de derde dichtregel: ‘Er is niets te zien, en dat moet je zien’. Allen delen de ervaring dat het een ontoegankelijk gedicht is, maar toch spreekt het aan.
De deelnemers waarderen ieder op eigen wijze de leesgroep. Sommigen ‘lezen graag’ en vinden het ‘boeiend’ omdat er ‘onbekende en nieuwe’ teksten worden gelezen en ontdekt. Anderen geven aan door hun ziekte te weinig concentratie te hebben om nog verhalen te lezen; de kortverhalen in de groep zijn dan een uitkomst. De groepsdynamiek wordt door allen gewaardeerd. De sfeer ervaren ze als open. Iemand geeft aan een psychose te hebben gehad en nu ‘een beter mens’ te zijn geworden door de ervaringen binnen de leesgroep.
Diederik is enthousiast. Ook hij vindt samen lezen voor zichzelf een verrijkende ervaring: hij stuit steeds op nieuwe teksten. Hij vindt de sfeer bijzonder, want er is openheid, respect en vertrouwen. Het zijn bijeenkomsten die er toe doen. zonder oordeel naar elkaar. Uiteraard is er een verschil in uiten: sommige deelnemers delen gemakkelijk, terwijl anderen niet altijd wat zeggen, maar er wel degelijk zijn. Het verhaal is en blijft de landingsbaan, zowel voor de deelnemers als de leesbegeleider. Immers, het woord is van niemand en altijd open voor interpretatie.
(Jan van den Brink)
WALLY DE DONCKER WORDT PETER VAN HET LEZERSCOLLECTIEF
Dat lezen zo belangrijk is, dat draagt Wally De Doncker uit. Als boekenmeester, als auteur, als IBBY-president. We zijn verheugd met zijn belangstelling voor het samen lezen in Vlaanderen en de inspanningen van het Lezerscollectief in het bijzonder. We zijn daarom ook vereerd met zijn peterschap…. Eerder sprak Wally De Doncker al zijn appreciatie uit bij onze boekvoorstelling Samen sterke verhalen vertellen.
Wally als schrijver
Wally De Doncker is gepassioneerd door kinder- en jeugdliteratuur. De gebeurtenissen in zijn leven (of van mensen rondom hem heen) zijn zijn voornaamste inspiratiebron. Hij probeert zowel kinderen als volwassenen te boeien. Heel wat van zijn boeken worden wereldwijd vertaald. In 2017 alleen al verschijnen er zeven van zijn klassiekers in het Chinees. Verschillende boeken werden bewerkt voor kortfilm en theater.
Buitenlandse musea en instituten besteden opvallend aandacht aan zijn literaire werk. In 2012 werd hij door het Amerikaanse ‘Daily Edventures’ geselecteerd als ‘Global hero in education’. In 2013 werd hij shortlist genomineerd voor de prestigieuze Belgische SABAM Award in de categorie Jeugdliteratuur.
Voor een aantal Belgische, Nederlandse en internationale tijdschriften schrijft hij bijdragen over de internationale dimensie van de kinder- en de jeugdliteratuur. Van 2004 tot en met 2009 maakte hij deel uit van de redactieraad van het Amerikaanse kritisch-literaire tijdschrift over kinder- en jeugdliteratuur ‘The Lion and the Unicorn’. Samen met vier andere Belgen kreeg hij een aparte biografie in de gerenommeerde Amerikaanse The Oxford Encyclopedia of Children’s Literature.
Wally als IBBY-President
Wally is president van IBBY, the International Board on Books for Young People, de belangrijkste internationale organisatie in het veld van de kinder- en jeugdliteratuur, die wereldwijd de liefde voor het lezen wil doen groeien en ervoor ijvert om boeken toegankelijk te maken voor alle kinderen van de wereld.
Op 13 september 2014 werd hij in Mexico-Stad door afgevaardigden uit 74 landen verkozen tot president van de wereldorganisatie. In zijn maidenspeech gaf De Doncker aan dat het onaanvaardbaar is dat er nog steeds landen zijn die meisjes verbieden om te lezen en dat er overal in de wereld bibliotheken gesloten worden. Kinderen die het minder goed hebben verliezen daardoor hun recht op boeken en lezen.
Op 21 augustus 2016 werd hij in Auckland (Nieuw-Zeeland) als IBBY-President herverkozen door afgevaardigden uit 76 landen. In zijn aanvaardingsspeech had De Doncker het onder meer over de nieuwe uitdagingen die ontstaan zijn door de vluchtelingenproblematiek. “Zolang er mensen zijn die honger leiden, zolang er kinderen zijn die in ellende moeten leven, in ongezonde steden moeten leven, zolang er kinderen zijn die geen kans maken op goed onderwijs, zolang er kinderen uitgesloten worden om te leren lezen … Zolang deze onrechtvaardigheid blijft bestaan, zal de sociale zekerheid in welvarende landen onder druk blijven staan en zullen de vluchtelingenstromen blijven toenemen. Daar kunnen we als IBBY-gemeenschap iets aan doen. Als wij er blijven voor zorgen dat kinderen de kans krijgen om te lezen en hierdoor toleranter en tegelijkertijd pleitbezorgers worden van humaniteit en verdraagzaamheid.’”