Your basket is currently empty!
Doctoraat Reading Suffering van Emy Koopman – een leesverslag
Schrijver en onderzoeker Emy Koopman (1985) (wiens debuutroman Orewoet dit jaar op de longlist van de Fintro Literatuurprijs stond), heeft een boeiende doctoraalstudie geschreven. Het gaat over de vraag waarom mensen lezen over het lijden van anderen en welk effect dit op hen heeft. De titel is ‘Reading Suffering[1]’ of ‘Lezen over Lijden’ met als ondertitel: ‘Een empirisch onderzoek naar empathie en reflectie in reactie op literaire verhalen’.
Inhoudelijk
De Griekse filosoof Aristoteles (384-322 vC) schrijft al in zijn Poetica dat het theater zowel angst als medelijden opwekt bij het publiek. Het zou hiermee catharsis bewerkstelligen, ofwel een louterend effect hebben. In het algemeen wordt er geloofd dat literaire werken empathie zou bevorderen en tot reflectie zou leiden. Lezen zou zelfs leiden tot socialer gedrag.
Dit heeft Emy Koopman nader onderzocht. Ze vertrekt vanuit twee wijzen van lijden die regelmatig terugkomen in de hedendaagse literatuur, namelijk depressie en rouw. In de eerste plaats heeft ze gezocht naar de hoofdmotieven van lezers om over lijden te lezen. Ze concludeert dat men over lijden leest omdat men een ’emotionele en betekenisvolle ervaring’ lijkt na te streven. Verhalen over lijden zijn betekenisvol omdat ze woorden geven aan en inzichten overdragen over ervaringen die lezers weliswaar zelf nog niet hebben gehad en mogelijk nooit zullen hebben, maar die deel uitmaken van wat het betekent om mens te zijn.
Daarnaast heeft ze uitgezocht in welke mate het lezen van narratieve teksten over lijden emotionele reacties tijdens het lezen zelf, reflectie en empathie voor anderen en sociaal gedrag opwekt. Het meevoelen met een personage lijkt ertoe te kunnen leiden dat mensen meer begrip ontwikkelen voor een mensen in een vergelijkbare situatie, en het meevoelen met een personage kan aanzetten tot reflectie. Daarbij leidt het lezen van romans over depressie inderdaad tot een breder begrip voor depressieve mensen, vooral dan wanneer er zowel sterke narratieve als esthetische emoties worden opgewekt. Daarnaast werd helder dat ook als er geen sprake is van identificatie, onverwachte stilistische kenmerken er alsnog voor kunnen zorgen dat lezers gaan invoelen en reflecteren.
Verder gaat Koopman in op in hoeverre persoonlijke ervaringen van de lezer in de tweede vraag een rol spelen. Persoonlijke ervaring, zo blijkt, heeft een effect op sociaal gedrag bij het lezen over depressie, maar niet bij rouw.
Voor ons als lezers
Persoonlijke ervaringen zijn dus van belang, maar ook zonder deze kan literatuur ons raken en empathie bij ons los maken. Literatuur maakt dus zaken in ons mensen los en maakt ons bewust van ons mens-zijn.
Last but not least, Koopman zelf stelt al dat dit onderzoek de suggestie wekt dat we zouden kunnen voorspellen onder welke omstandigheden het lezen van literatuur tot empathische en reflectieve reacties zou leiden. Ze onderstreept echter dat dit nooit te voorspellen is en, vooral, dat we dat nooit zouden moeten willen. Literatuur heeft juist betekenis in haar meerduidigheid en gelaagdheid. Verrassing is het hoofdeffect. Het blijft echter waardevol om te zoeken naar wat de impact van literatuur is. Daarbij valt literatuur niet enkel terug te brengen tot haar sociale nut. Immers, zo besluit ik met haar, literatuur kan juist ook verontrustend en schandalig zijn, een vrijplaats voor onze gedachtes en gevoelens, en het is van het grootste belang dat dit overeind blijft.
Ik denk dat dit ook van belang is voor de leesgroepen. Dit zijn immers juist ook vrijplaatsen waar mensen, onafhankelijk van hun ervaringen kunnen deelnemen, maar waar onze ervaringen betekenisvol zijn en betekenis krijgen.
Reactie Emy Koopman
Ik vraag Emy zelf of ze door haar onderzoek naar literatuur en empathie anders is gaan lezen. Ze vertelt me: “Ik ben door mijn lezersonderzoek naar literatuur en empathie niet anders gaan lezen. Hiervoor had ik (naast een studie Psychologie) al wel de studie Literatuurwetenschap in Utrecht gedaan, inclusief een tweejarige onderzoeksmaster. Dankzij Literatuurwetenschap kan ik technisch kijken naar teksten, maar ik doe dat eerlijk gezegd zelden als ik in mijn vrije tijd een roman lees. Alleen als een tekst mij zeer positief of juist negatief opvalt, probeer ik na te gaan hoe dat komt. Dit ben ik de afgelopen paar jaar meer gaan doen. Dat kwam echter niet door mijn lezersonderzoek, maar doordat ik zelf een roman aan het schrijven was (Orewoet, net als het proefschrift gepubliceerd in september 2016). Hoe verder ik daarmee kwam, hoe vaker ik ook bleef hangen bij zinnen en scenes van andere schrijvers, met name andere debutanten. Een simpele kwestie van vergelijking: hoe doet hij/zij dit, hoe doe ik dat zelf, wat werkt beter? Beide vormen van lezen vind ik waardevol…”
(Jan van den Brink)
[1] De doctoraalstudie is te vinden op Koopmans website: https://emykoopman.wordpress.com/phd-project-reading-suffering-literatuur-en-empathie/
Leave a Reply